Een moderne toepassing van bomen zijn in vorm geleide bomen, kortweg leibomen. Ze worden gebruikt voor zowel vormgeving als voor het verhogen van privacy. De leilinde (Tilia europaea ‘Pallida’ en Tilia platyphyllos of grootbladige linde) is met voorsprong de meest gekende. Toch kunnen heel wat bomen geleid worden zodat de keuze vrij groot is. Beuk, haagbeuk, plataan, eik, sierpeer (Pyrus ‘Chanticleer’) en bepaalde esdoorns zijn goed te leiden bomen. Maar ook enkele minder gekende bomen zijn zeker goede mogelijkheden: Eleagnus ebingei (olijfwilg, bladhoudend), Liquidambar (amberboom – met mooie geeloranje herfstkleur) of Photinia ‘Red Robin’ (glansmispel met rood uitlopend blad – bladhoudend) bijvoorbeeld.
Leibomen zijn de laatste sinds de jaren ’90 steeds populairder geworden. We kunnen dus inderdaad zeggen dat dit een moderne toepassing van bomen is, maar is dit wel zo? Niet echt. Bomen worden al geleid sinds de oudheid. Een bekend voorbeeld hiervan zijn fruitbomen. Quasi alle fruitbomen kunnen in vorm gebracht worden door ze te leiden.
Waar de meeste leibomen zoals bv. linde, plataan en beuk dienen om langs perceelgrenzen, opritten of veelal ook in voortuintjes te gebruiken kunnen de fruitbomen voor net dezelfde doelen aangewend worden en kunnen ze op dezelfde manier geleid worden. Toch werden ze in de oudheid – maar zeker ook nu nog – dikwijls in minder traditionele vormen geleid. Fruitbomen geleid in V-vorm, U-vorm of ook dubbele V- of U-vorm aan zuid muren is namelijk mooi en functioneel terzelfder tijd. Mooi, qua vormgeving en functioneel omdat het fruit gemakkelijk te plukken is. Het aangename aan het nuttige koppelen zou je kunnen zeggen.
Met geleide fruitbomen heb je zowel mooie bloesems in het voorjaar, fris groen blad in lente en zomer, fruit in zomer of nazomer en herfstvekleuring van het blad. Net als andere geleide bomen is ook bij fruitbomen de onbebladerde takkenstructuur in de winter fantastisch om zien.
Indien je leibomen wenst te plaatsen heb je twee keuzemogelijkheden.
Ofwel ga je voor de reeds voorgeleide bomen. Deze zijn voorzien van een gestel van bamboestokken zodat je de bomen enkel nog dient te planten en vast te leggen (aan een constructie van houten palen) zodat ze niet meer windgevoelig zijn.
Een tweede mogelijkheid is te kiezen voor niet-voorgeleide bomen. Dit zijn dus gewone bomen. Bij deze dien je na het planten van de bomen zelf de juiste takken te selecteren om ze vervolgens uit te buigen en te leiden. Ook hier gebeurt dit leiden en vastleggen van de takken aan een constructie van houten palen en horizontale bamboestokken, latten of strak gespannen (metaal)draden.
