Heesters voor groepbeplanting

Heesters die meestal in groep worden aangeplant zijn vrij talrijk. In groep aangeplant vormen ze dichte blokken of massieven die doorgaans mooi in vorm worden gesnoeid. Zo ontstaan moderne en strakke blokken of eerder gebogen en golvende massieven, afhankelijk van welke stijl je wenst te bekomen. Deze massieven zijn dan meteen ook onderhoudsarm. Enkel snoeien zal dan één of tweemaal per jaar nodig zijn (bij sommige heesters zoals Azalea of  bepaalde rhododendrons is zelfs dat niet of nauwelijks nodig). Het spreekt voor zich dat deze heesters ook als solitaire struiken kunnen gebruikt worden.

Soorten die zich goed lenen voor het creëren van massieven kan je onderverdelen in twee groepen; de bladhoudende (of wintergroene) heesters en de bladverliezende heesters. Deze laatste groep is misschien wat onverwacht gezien men zou denken dat massieven enkel mooi kunnen zijn indien ze het gehele jaar door hun blad behouden. Niets is echter minder waar. Bladverliezende heesters kennen niet zelden een spectaculaire herfstverkleuring en geven een mooi winterbeeld omwille van hun takkenstructuur.

Leucothoe Zeblid

Leucothoe Zeblid

Mahonia media 'Charity'

Mahonia media ‘Charity’

Skimmia japonica 'Rubella'

Skimmia japonica ‘Rubella’

Spirea

Spirea

Enkele voorbeelden van bladhoudende massiefheesters zijn:

  • de sneeuwbalsoorten Viburnum davidii en Viburnum tinus
  • Skimmia (plant deze liefst in halfschaduw)
  • diverse Rhododendron- en Azaleasoorten
  • Pieris
  • Osmanthus burkwoodii en Osmanthus heterophyllus (beide schijnhulstvariëteiten)
  • Kalmia
  • Mahonia (hulstberberis)
  • de heesterkamperfoeliesoorten (Lonicera nitida en Lonicera pileata)
  • de steeds populairder wordende glansmispels (Photinia Red Robin en Photinia Little Red Robin)
  • Leucothoe (deze best wat beschut planten)
  • hulst (Ilex)
  • struikklimop (Hedera arborescens)
  • Hebe
  • winter- en zomerheide (Erica en Calluna) (voor lage massieven)
  • sommige soorten kardinaalshoed (Euonymus)
  • Escallonia
  • de sterke olijfwilg (Eleagnus)
  • bepaalde variëteiten Cotoneaster
  • de sterk geurende Choisya ternata
  • de groene en geelbonte cultivars van Aucuba japonica
  • rode en groene beuk (Fagus)
  • en uiteraard ook Taxus en buxussoorten

 

Binnen de niet-wintergroene of bladverliezende heesters voor massieven vind je o.m.:

  • heel wat cultivars van Spirea en ganzerik (Potentilla)
  • bepaalde cultivars van Ligustrum
  • St.-Janskruid of Hypericum
  • hortensia’s
  • de semi- bladhoudende haagbeuk (Carpinus)
  • bremsoorten zoals Cytisus en Genista
  • bepaalde kornoeljes (zoals Cornus alba, Cornus sanguinea die beide prachtige roodoranje takken vormen)
  • de struikvormen van bomen zoals trompetboom (Catalpa), paardekastanje (Aesculus), wilg (Salix) en zelfs eik (waarbij de moeraseik prachtige roodoranje herfstkleuren kent)
  • en heel wat soorten zuurbes (Berberis)

Aucuba japonica 'Crotonifolia'

Aucuba japonica ‘Crotonifolia’

Aucuba japonica 'Variegata'

Aucuba japonica ‘Variegata’

Berberis thunbergii 'Atropurpureum'

Berberis thunbergii ‘Atropurpureum’

Hedera helix 'Arborescens' (struikklimop)

Hedera helix ‘Arborescens’ (struikklimop)